dinsdag 26 mei 2009

Paul Rodenko (1920-1976)

Een bekend oud-leerling is Paul Rodenko. Hij is een van de belangrijkste critici en essayisten uit onze naoorlogse letterkunde. Daarnaast was Rodenko dichter.
Paul bezocht de Bylandtschule tussen 1928 en begin 1932. Op de school zaten naast Duitse en Nederlandse leerlingen, ook Russische en Poolse leerlingen, vaak van ouders die hun kinderen in verband met werk in het buitenland een internationale scholing wilden geven. Oud-leerling Mien de Haas-Parmentier kan zich nog herinneren dat Paul Russische dansen voordeed op het schoolplein.

Toen Paul vier jaar later in 1936 met zijn neef Moela Maso naar een reünie van de Deutsche Schule ging, was de sfeer op de school veranderd. Uit het dagboek van Moela blijkt dat ze daar hadden gezien hoe docenten en leerlingen fanatiek met opgestoken arm liederen zongen en films over Hitler bekeken. Ze hadden er van gewalgd en waren de enigen geweest die daar niet aan mee hadden gedaan.

Paul Rodenko was de zoon van een Russische emigrant. Hij werd op 26 november 1920 in de Schilderswijk geboren. Vervolgens woonde hij in Riga, Den Haag (waar zijn zusje Olga in 1924 werd geboren) en Berlijn. In 1928 kwam Paul vanuit Berlijn als een stotterend kind weer naar Den Haag terug. Paul bezocht toen de Friedrich von Bylandtschule en woonde met z’n familie aan de Cornelis Houtmanstraat 74. Begin 1932 verhuisde het gezin Rodenko weer naar Riga. Als bijna 14-jarige kwam hij weer terug naar Den Haag en bezocht daar het Tweede Gymnasium in de Bilderstraat (nu Maerlant lyceum).



Rodenko omstreeks 1955 op het Lange Voorhout. Bron: Haags gemeentearchief.



Paul Rodenko woonde een groot deel van zijn werkzame leven in Den Haag. Hij schreef over Den Haag het volgende gedicht:


Den Haag

Den Haag: stad van aluinen winden en pleinen.
Winden als pleinen zo wijd.
Pleinen rustig als de grote handpalm
van de grote openheid.
Reigerlijk zijn er de vrouwen, lang en toch lieflijk;
kuis staan zij aan parken , karyatiden van zonlicht
en lieflijk gaan zij desmiddags; antiektakkend uurwerk.
Zuidelijker later en lynxer; heupruisender; bemerk nu haar ogen:
een klein ballet, speelkaarten vuurwerk.

Trager de mannen,
Meer ingetogen. Hun handen zijn blauw als water,
hun handen zijn als strakke blauwe winden.
Zo vinden zij daaglijks de verte uit, als een
voorwerp waarmee men wijs worden kan, sterven, regeren.
Toch kennen zij deernis, houden van dieren, van honing
en vallende sterren.
Zij staan als uitkijktorens open.
Zij sluiten zich lang en onvermoeid, als bloemen.

Ruim zijn de dagen en toch menselijk, gedempt rumoerig.
Maar de nachten zijn stil en oplettend;
hoe zuiver schaakt de maan in het plantsoen!



Bron: Hilberdink, Koen. ‘ik ben een vreemdeling. Ik sta apart’. Een biografie van Paul Rodenko (1920-1976), Amsterdam. 2000.


NP

maandag 25 mei 2009

Mien de Haas-Parmentier – leerlinge op de Friedrich von Bylandt Schule



Mien de Haas-Parmentier (links op 12 jarige leeftijd, rechts een recente foto)

Via internet stuitten we op de naam van mevrouw Mien de Haas – Parmentier geboren in 1919. Zij had een oproep geplaatst in de hoop in contact te komen met oud-klasgenoten van de Friedrich von Bylandt Schule. Aangezien wij op zoek waren naar oud-leerlingen van de school heeft Nicolien Pinkse via e-mail contact met haar gezocht en mevrouw De Haas reageerde zeer enthousiast en heeft ons al veel aanknopingspunten voor verder onderzoek geboden.

In 1928 kwam Mien Parmentier waarschijnlijk op de Friedrich von Bylandtschule in de derde klas. Haar ouders kozen deze "Duitse school" voor haar uit omdat dit de dichtstbijzijnde christelijke school was. Tot 1931 bleef Mien Parmentier op deze school, daarna ging haar vader werken op de Oranje Nassau School in de Weissenbruchtstraat en ging zij ook naar deze school toe.

Tijdens haar schoolperiode aan de Friedrich von Bylandtschule heeft mevrouw de Haas vloeiend Duits leren spreken, mede omdat alle vakken in het Duits werden gegeven. Ook herinnert zij zich dat zij met kerstmis altijd met school naar de Duitse kerk aan de Fluwelen Burgwal in Den Haag gingen om ingestudeerde liederen ten gehore te brengen. Met enige regelmaat werd een toneelstuk opgevoerd, het toneelstuk dat Mien Parmentier zich nog kan herinneren is "Steen der Wijzen".

Van de leraren kan Mien Parmentier zich nog de handwerkonderwijzeres herinneren, te weten juffrouw Jo Manten. Zij woonde met haar moeder op de Denneweg. Het gezin Parmentier en juffrouw Manten en haar moeder raakten bevriend en trokken er in de weekenden regelmatig op uit.


Juffrouw Jo Manten, handwerkonderwijzeres aan de Friedrich von Bylandtschule

De reden dat deze oud-leerlinge een oproep plaatste op internet was dat zij hoopt weer in contact te komen Willy Heggen. Mien en Willy waren zeer goed bevriend met elkaar. Willy Heggen was de jongste dochter van de rector van de school. In de weekenden mochten ze spelen in de gymzaal van de school. Ook stond op school een piano en Willy kon zeer goed piano spelen waar Mien graag naar luisterde. Mien herinnert zich nog van rector Heggen dat hij altijd een schaartje in zijn handen had en dat had te maken met “bepaalde krachten” die hij bezat. Ook schreef Mien in een van haar e-mails dat zij zich nog goed herinnert dat als rector Heggen de klas binnenkwam, de hele klas moest opstaan om "Gutenmorgen Herr Rektor!, te roepen.




Een foto uit mei 1947 van het gezin Heggen. De heer Heggen (rechtsvoor) was rector aan de Friedrich von Bylandstchule. Links van hem zijn vrouw. Achter haar hun jongste dochter Willy met wie Mien Parmentier zeer goed bevriend was. Rechts van Willy, de middelste dochter, Nora. De oudste dochter, Lenie, ontbreekt op de foto.

Na de oorlog is het contact tussen Mien en Willy verloren gegaan. In het begin van de oorlog verbood de vader van Mien nog verder contact met Willy uit angst voor verraad.

Tijdens de oorlog woonde Mien met haar ouders en haar zus in Bezuidenhout en aangezien deze wijk door een bombardement werd getroffen is zij al haar gegevens en foto’s uit haar jeugd, waaronder de periode op de "Duitse school", kwijtgeraakt.

Mien de Haas – Parmentier woont sinds 1981 in Sydney, Australië en hoopt via internet alsnog in contact te komen met een aantal oud-klasgenoten van de Friedrich von Bylandtschule.

(M.K.)

dinsdag 19 mei 2009

Context schoolgebouw Openbare Basisschool Benoordenhout (half-term) deel 1

Een schoolgebouw daterend uit midden jaren twintig - het gebouw van de OBS Benoordenhout werd in 1925 in gebruik genomen - is zeker geen uitzondering. Met de snelle groei van de steden en gestimuleerd door nieuwe onderwijswetgeving van begin jaren twintig, verrijst in snel tempo een groot aantal scholen vooral in de nieuwe uitbreidingswijken.
Ook in Den Haag heerst een ware bouwwoede. Gedurende het Interbellum [tussen de twee wereldoorlogen] is de stad de snelst groeiende van de vier grote steden. Na wat spierballen politiek breidt de stad zich ook naar het noordoosten uit. Op het gebied van de voormalige buitenplaatsen Oostduin, Arendsdorp, Clingendael en Waalsdorp wordt de nieuwe wijk Benoordenhout aangelegd.


De Benoordenhoutseweg rond 1900 - op de achtergrond het buiten Bosch- en Duinzicht (Haags Gemeentearchief)

In 1902 treed de woningwet in werking. Deze verplicht gemeenten van meer dan 10.000 inwoners iedere vier jaar een uitbreidingsplan op te stellen. Zo wordt de gemeente gedwongen een minimale controle over woonomstandigheden en ruimte ordening uit te oefenen. Daartoe wordt in Den Haag o.a. de Haagse dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting (1918) opgericht.


H.P. Berlage’s uitbreidingsplan (1908)

Het uitbreidingsplan van H.P. Berlage (1956-1934), voor Den Haag uit 1908 blijft decennia lang van invloed op de ontwikkeling van de stad. Dit ondanks dat het pas later in gewijzigde vorm is aangenomen. Wanneer de aanleg van de uitbreidingen begin jaren twintig echt op gang komt is het ook verouderd. Het moet steeds opnieuw worden ingevuld. Berlage’s visie op de stad met een belangrijke rol voor publieke functies en openbare gebouwen, een differentiatie van wijken en een streven naar een esthetisch geheel leeft echter door in deze wijzigingen.


De H. Paschalis Babylonkerk (A.J. Kropholler, 1917-1921) gelegen naast de OBS Benoordenhout die hier nog ontbreekt. Kropholler is een traditionalist die het vroege werk van Berlage als uitgangspunt neemt. (collectie E.J.M.)

In het Benoordenhout is Berlage’s invloed alleen min of meer letterlijk in het gebied rond de OBS Benoordenhout en ‘achter’ het Shell complex terug te vinden. Het is echter hier Berlage invloed als peetvader van de Nederlandse 20ste eeuwse architectuur die de wijk toch een eenheid maken. Alle Benoordenhoutse varianten van de Haagsche School en andere vormen van baksteen expressionisme en traditionalisme zijn ergens schatplichtig aan zijn ideeën.


2de Gemeentelijke Gymnasium nu Maerlant Lyceum (J. Limburg, 1921-1926) gelegen naast de OBS Benoordenhout. Op zoek een esthetische architectuur worden in Den Haag al snel ook particuliere architecten bij de scholenbouw betrokken. (foto F.R. Yerbury, collectie E.J.M.)

De explosie in scholenbouw resulteert rond 1931 in een score van zo’n 500 nieuwe gebouwen. Gezien haar verantwoordelijkheden in deze propageert de gemeente niet alleen het inschakelen van particuliere architecten maar ook het groeperen van schoolgebouwen. Dit clusteren heeft natuurlijk organisatorische en financiële voordelen maar dient bijvoorbeeld ook een stedenbouwkundig belang. De clustering en de secularisering maken van de scholen vaak de echte (stedenbouwkundige) centra van de nieuwe wijken. Monumentaliteit is daarom vaak een vereiste.

E.J.M.

À suivre