donderdag 14 juni 2012

Hendrik Homan en de Bylandtschule

Hendrik Abel Homan werd geboren op 8 maart 1884 in Ten Boer. Zijn vader, Abel Hendrikus Homan (1849-1936), was in deze plaats het eerste hoofd van de lagere school met de bijbel. Hendrik was zijn oudste zoon. Hij trouwde in 1909 in Uithuizermeeden met Klazina van Der Molen .
Hendrik vertrok samen met zijn vrouw naar Den Haag. Klazina en Hendrik kregen twee kinderen, een dochter Tine en een zoon. Hij begon op 1 april 1923 met lesgeven aan de Deutsche Schule (Bylandtschule) in Den Haag. Op de Bylandtschule zaten Duitse en Nederlandse leerlingen. Het hoofd van de school was toen Wilhelm Heggen. De school was ontstaan uit de Deutsche evangelische Gemeinde maar was gericht op het Nederlandse onderwijssysteem. (meer hierover klik hier)
Foto uit 1924 met aan de rechterkant de heer Homan
De school was eerst gevestigd op het Bleijenburgh. Deze locatie werd echter te klein en op 24 april 1925 werd de school aan de Dreibholtzstraat feestelijk geopend. Het duurde nog lang voordat hij vaste dienst kwam. Op 31 januari 1934 –nadat hij al bijna 11 jaar werkte op de school- kwam hij met terugwerkende kracht per 1 januari 1931 in vaste dienst.

Voordat hij op de Friedrich Bylandtschule gingen werken, had hij bij een andere school gewerkt. Hij werd daar elke zomer ontslagen, ging in de ww en werd dan in september weer aangenomen. Hij vond dit onrechtvaardig, maar het bestuur zei dat er geen geld was. Totdat er een groot feest gegeven werd en er naar zijn smaak overdadig gegeten en gedronken werd met dikke sigaren toe. Hij vroeg het woord en stelde die overdaad tegenover zijn ww. Na dit incident werd hij daar ontslagen.


Foto genomen in de Dreibholtzstraat. Rechts staat de heer Homan. Links zittend het hoofd van de school de heer Heggen
Zijn kleinzoon Rik Homan vertelt over zijn grootvader aan dat hij christelijk, calvinist en streng was. Hij leefde eenvoudig en had een hekel aan overdaad. Maar hij was toch ook wel werelds. De heer Homan hield gedurende zijn leven dagboeken bij. Hieruit blijkt dat hij veel las, erg van de natuur hield en het belangrijk vond dat zaken efficiënt werden georganiseerd.
De heer Homan is twintig jaar – van 1920 tot en met 1940 - lid geweest van het hoofdbestuur van de Unie van Christelijke onderwijzers. Op de jaarvergadering die in december 1940 In Utrecht werd gehouden, werd hartelijk afscheid genomen van de heer Homan een een boekgeschenk vertolkte de dankbaarheid van de unie jegens de heer Homan voor alles wat hij voor de unie  had gedaan.
Onzekerheid over voortbestaan Bylandtschule
Een incident in het voorjaar van 1939 – de school hing de Duitse vlag uit na inlijving van Tsjechoslowakije - heeft tot gevolg dat de Nederlandse overheid de school niet langer financieel meer wil ondersteunen. Het bestuur wil vervolgens de school opheffen. Een Hollandse vereniging wil er echter voor zorgen dat de Friedrich Bylandtschule kan blijven bestaan voor Hollandse kinderen. Ook de zoon van Bylandt wil graag dat de school blijft bestaan.
Een tijdlang is het voor de heer Homan en zijn collega’s onduidelijk wat er gaat gebeuren met de school. Zou het plan om de school een nieuwe start te laten maken door de Vereniging slagen – de heer Homan hoopt hier op - en zo niet wat zou er dan met de leerkrachten gebeuren van de Bylandtschule? De school verliest echter veel leerlingen aan de andere scholen die onder het Duitse Scholenvereniging vallen. Eind april 1940 worden nog veel leerlingen en ouders bewerkt om een overstap te maken naar een andere school van de Duitse Scholenvereniging. Dhr. Homan windt zich hier erg over op.
Start Tweede Wereldoorlog
En dan valt op 10 mei 1940 Duitsland Nederland aan. Op 13 mei gaat dhr. Homan naar school om portretten enz. op te bergen. Op 16 mei is de gymzaal bezet door de Duitsers.

Foto van de gymzaal in de Dreibholtzstraat
Op 30 mei is het gymlokaal weer vrij van militairen. Op de school zitten dan nog maar 52 leerlingen en een week later nog maar 42. Homan geeft les aan 20 leerlingen van klas 7, 8, 9 en 10. Dat het slecht gaat met de school blijkt ook uit de jaarrekening van 1940. In 1940 is er 14.263 gulden in de school geïnvesteerd tegen 20.851 gulden het jaar daarvoor. Op 25 mei 1940 vindt er een vergadering van de Duitse Scholenverenging plaats. Besloten wordt dat de Bylandtschule in ieder geval tot 1 juli 1940 onder het beheer van de Duitse Scholenvereniging blijft en dat de heer Homan voorlopig hoofd wordt.
Onduidelijk is hoe het – gegeven de nieuwe situatie - verder zal gaan met de school en de docenten. Op 3 september 1940 krijgt de heer Homan te horen dat hij niet zal worden ontslagen en er qua salaris niet op achteruit zal gaan. De school wordt verbouwd, beneden blijven er vier lokalen en boven komen er drie grote. Het is een chaos maar Homan voelt zich niet direct verantwoordelijk. Hij is geen hoofd (meer), hij hoeft alleen Hollandse formaliteiten te vervullen. Op 15 oktober wordt de Deutsche Volkschule weer geopend op de Dreibholztstraat 2-4. Er vindt een feestelijke opening plaats. Het bestuur besluit tijdens een vergadering in december 1940 om het gebouw aan de Dreibholtzstraat van de gemeente te kopen. De school valt dan niet meer onder het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken maar onder het Reichscommissariaat.
Dhr. Homan twijfelt wat hij het beste kan doen op het moment dat de Bylandtschule in 1940 wordt omgezet in een Deutsche Volksschule. Hij zoekt contact met het toenmalige hoofd van de Afdeling lager onderwijs van het departement van onderwijs, kunst en wetenschappen. Het toenmalige hoofd  zou hebben aangegeven dat hij kon aanblijven zolang er niets gebeurde wat hij niet met zijn geweten kon rijmen. Als hij ontslag zou nemen zou hij zijn salaris en wachtgeld verliezen. Hij besluit vervolgens op de school te blijven werken.
De Deutsche Volksschule
De Deutsche Volksschule verhuist in september 1941 van de Dreibholtzstraat naar de Waalsdorperweg 12 - het voormalige gebouw van de vrije school. In de Dreibholtzstraat komt dan een Deutsche Hauptschule. Een Duitser - de heer Saathoff - werd het hoofd van de Deutsche Volksschule en de heer Scheffer van de Deutsche Hauptschule. In de Jan van Nassaustraat zat nog de Oberschule die werd geleid door de nazi Dr. Honsberg.

De Deutsche Volksschule gevestigd aan de Waalsdorperweg.

In het najaar van 1941 gaan de leerlingen uit de hoogste klassen samen met een aantal docenten voor een paar weken naar een Kinderverschickungslager (KLV) in Augsburg. De heer Homan gaat niet mee. Op 20 december 1941 gaat de Hitlerjugend en de Jungmädel collecteren voor Winterhilfe. De meeste kinderen van de school doen hieraan mee. Dat de heer Homan niet veel op heeft met de opvoedersgilde van de NSB, blijkt als Saathoff met hem praat over het politiek systeem van Genechten, een kundig man volgens Saathoff. Homan geeft aan dat hij deze lui niet moet. Saathoff geeft aan dat als men nu niet meedoet later aan de kant staat.
Op 1 mei 1942 noteert Homan in zijn dagboek dat Joden met een ster moeten lopen. Eind 1942 heeft hij het steeds vaker over de dreigende evacuatie van Benoordenhout. Begin 1943 verhuist hij met zijn vrouw naar een nieuwe woning. Samen met de leerlingen gaat hij in 1943 naar het KLV in Echt (meer hierover klik hier). Na terugkomst in Den Haag in oktober 1943 neemt de school afscheid van de heer Saathoff die in militaire dienst moet. De Heer Homan betreurt zijn vertrek, want je weet wat je hebt en niet wat je er voor terugkrijgt. Daarna heeft de Fries meneer Hermel de dagelijkse leiding over de school. Een periode is onduidelijk waar de school daarna heen zal gaan. Het wordt uiteindelijk een klooster in Baexem. Op de oudervergadering in de sociëteit de Vereniging in de Kazernestraat belooft de heer Hermel de ouders veel, waaronder geen militair gedril. Veel ouders zijn tegen het vertrek naar Baexem. Het schorem is echter voor volgens Homan en dankbaar voor veiligheid, kleding en schoeisel. Op 9 maart 1944 vertrekt Homan samen met leerlingen met de trein naar het klooster Exaten in Baexem. In het klooster zijn ook enkele paters. De school krijgt de twee bovenste etages van de Arbeidsdienst. Veel kinderen zijn ziek en enkele ontevreden ouders komen hun kinderen halen. In april constateert Homan dat het eten beter wordt maar dat het niet aan de eisen van een KLV lager voldoet.
In mei 1944 gaat hij enkele dagen naar Den Haag. Na zijn terugkomst gaan de jongens van de school in uniform naar een bijeenkomst waar onder meer Seyss-inquart spreekt. In het klooster zit ook een Duitse school uit Leiden. De samenwerking met deze school verloopt niet soepel. Op 1 juli 1944 noteert Homan in zijn dagboek ‘de Lehrstand heeft het weer eens afgelegd tegen de Wehrstand’. Hij wilde per 1 augustus 1944 ontslag nemen. Dit werd echter geweigerd.
Einde van de Duitse school
In september 1944 komt er dan toch een einde aan zijn ruim 21-jarige verbondenheid aan de school. Op 4 september 1944 vlucht de school naar Duitsland vanwege de geallieerden die steeds meer terrein wonnen. De heer Homan gaat niet mee en kan niet wegkomen naar zijn familie in Den Haag. Hij blijft achter met een paar broeders in het klooster. Het klooster wordt geplunderd door Duitse soldaten. Sommige soldaten zijn vriendelijk en zoeken dingen voor hun kinderen; andere niet.
In november 1944 – Zuid-Nederland was inmiddels bevrijd- wordt hij verhoord door een jonge man die op het Gymnasium in de Jan van Nassausstraat heeft gezeten. De heer Homan ervaart het verhoor als zeer onaangenaam. Vervolgens gaat hij naar een klooster in Weert waar hij van 28 december 1944 tot en met 6 augustus 1945 verbleef. Hij is daar beperkt in zijn bewegingsvrijheid en piekert maar geeft aan niets te klagen te hebben.
Na de bevrijding
In juni 1945 -na de bevrijding van Nederland- stuurt de secretaris der Unie van christelijke onderwijzers een brief waarin hij aangeeft dat de Heer Homan in het begin van de oorlog geprobeerd heeft ontslag te nemen. Als de heer Homan weer terug is in Den Haag in augustus 1945 ontvangt hij nog diverse vriendelijke brieven van de broeders uit Limburg. Hij ontvangt ook een brief uit Duitsland van een oud-collega. Hieruit blijkt dat het voormalig hoofd van de school – de heer Saathoff - tot begin 1948 gevangen heeft gezeten in Frankrijk.
Na de oorlog werd de heer Homan er door enkele mensen op aan gekeken dat hij in de oorlog op een Duitse school had gewerkt.  Hij overlijdt in 1966.